In de zomer van 1946 ging kinderkamp de Grote Beer van start, opgericht door Marion en Coen Gils, Femke Last, Koos van Doorn, Chelly Pollenaar, Karel van het Reve en Hans Piron.
Dit eerste kamp gingen 90 kinderen mee, vooral bekenden uit de kring van de oprichters. Er werd gekampeerd bij Anloo in Drenthe. Het karakter van deze eerste kampen is door de jaren heen behouden: Met tenten, wandelen, wassen met koud water in de buitenlucht, kampvuur en olielampen worden jaarlijks wonderen verricht.
Vanaf 1952 is het terrein De Duunt bij Lies op Terschelling onze vast stek. Een prachtig uitgestrekt weiland aan de rand van de duinen, dichtbij de zee en het wad waar voor 14 dagen per jaar een fantastische wereld regeert, waar vriendschappen ontstaan, waar wordt gespeeld, geschilderd, gevoetbald en gezongen: “Aan de sterrenhemel staat de Grote Beer “.
En nog steeds elk jaar, elke zomer, reizen tientallen kinderen en hun begeleiders naar het terrein op Terschelling. Het kampeerveld waar al jaren herinneringen worden gemaakt, verliefdheden geboren, heimwee bedwongen en gespeeld wordt tot iedereen moe in zijn slaapzak ligt.
Net als in 1946 zijn de kinderen het belangrijkst, de begeleiders ervaren vrijwilligers, en wordt er nog steeds geroeid met de riemen die we hebben. De basis van het kamp is briljant in haar eenvoud. Verbondenheid en vrijheid, strikte regels en tomeloze uitzonderingen gaan hand in hand. De sfeer is moeilijk te omschrijven, maar iedereen die een keer is mee geweest kent het.
En elk oud-berenkind dat je tegenkomt, en waarmee je ontdekt allebei “op de grote beer” te zijn geweest, deelt dat gevoel.
Door de jaren heen is er dan ook weinig veranderd. Iets waarmee je je verbonden voelt binnen een zomer, om er vervolgens met een glimlach aan terug te denken, behoeft weinig aanpassing.